Syllabus Poortenboek

 25,00

Egyptoloog Huub Pragt heeft een cursussyllabus ‘Poortenboek’ samengesteld. Deze syllabus wordt u digitaal toegezonden in de vorm van een pdf. Bij uw bestelling krijgt u ook alle bij de cursus horende gecomprimeerde diapresentaties als pdf’s toegezonden. Uw bestelling komt in een winkelmand terecht, dit betekent niet dat u wordt geleid naar een pagina waar u elektronisch kunt bankieren. Uw bestelling wordt als e-mail verzonden. U ontvangt dan zo spoedig mogelijk bericht van Huub Pragt waarbij een pdf-factuur wordt verzonden vergezeld van de pdf van de bestelde syllabus en de diapresentaties.

Beschrijving

Syllabus Poortenboek

De syllabus ‘Poortenboek’ is bedoeld voor gevorderde cursisten hiërogliefenschrift die door willen gaan met het lezen van Egyptische teksten. Aan het einde van de 18de dynastie verschijnt plots een nieuw soort Dodenrijksboek, het Poortenboek. Net als in het Amdoeat betreft de compositie van het Poortenboek de nachtelijke reis van de zon. Met uitzondering van het eerste uur is de uitbeelding van elk uur verdeeld over drie registers, net zoals dat bij het Amdoeat het geval is. Het middelste register vertegenwoordigt ook hier de te bevaren vaargeul in het Dodenrijk. De zonnegod Ra wordt in zijn nachtbark voortgetrokken bij zijn tocht door de nachtelijke uren van het westen naar het oosten. Inhoudelijk zijn een paar uren verschoven. Zo verschijnen de in het water drijvende figuren in het negende uur van het Poortenboek tegenover het tiende van het Amdoeat. Elk van de twaalf nachtelijke uren wordt afgesloten met een door een slang bewaakte poort en twee wachters. Om veilig te passeren moet de overledene hun namen weten. Deze traditie stamt uit het ‘Tweewegenboek’ dat onderdeel uitmaakt van de Sarcofaagteksten uit het Middenrijk. Daar is sprake van zeven poorten met elk drie bewakers. Het Poortenboek toont twee belangrijke nieuwe afbeeldingen ten opzichte van Amdoeat. Het vijfde uur toont de rechtszaal van Osiris. Het twaalfde uur toont het slotbeeld, waarin de god van het oerwater, Noen, de zonnegod Ra in zijn bark uit het lichaam van de nachtelijke hemelgodin Noet duwt.