De inbraak in het Egyptisch Museum

Geplaatst op

De inbraak op vrijdagavond 28 januari 2011 in het Egyptisch Museum aan het Tahrirplein in Cairo vormt het leidmotief voor het boek ‘Kunstroof in Egypte’. Rondom het museum en op het plein was een massabetoging tegen de Egyptische president in volle gang. Personen zijn die avond het museum binnengedrongen en hebben vele vitrines en objecten beschadigd. Nog steeds zijn belangrijke voorwerpen vermist en zijn er vragen over het verloop van gebeurtenissen in de bewuste nacht van de inbraak. Ongeveer de helft van het zestigtal gestolen voorwerpen werd, meestal onder dubieuze omstandigheden, binnen een jaar in het museum terugbezorgd. De nog ontbrekende objecten betreffen stuk voor stuk handzame beeldjes van mensen. Opvallend is dat ze uit verschillende vitrines, verspreid door het hele museum, zijn gehaald. Ze zijn allen te dateren in de Amarnaperiode, de tijd van farao Achnaton en zijn echtgenote Nefertiti. Van deze wereldberoemde beelden ontbreekt helaas nog ieder spoor.

Op 5 maart 2011 werd voor het eerst een officiële lijst vrijgegeven van meer dan zestig gestolen voorwerpen. Twaalf daarvan werden vrijwel onmiddellijk daarna teruggevonden. Eind maart doken er nog eens vijf voorwerpen op. Op 28 maart 2011 volgde een aangepaste lijst van vermiste voorwerpen. Drie voorwerpen uit de Toetanchamoncollectie, waaronder een zilveren trompet en fragmenten van een waaier, en een sjabti van Joeya werden begin april 2011 terugbezorgd door het hoofd van de afdeling PR van het Egyptisch Museum. Hij had de voorwerpen, onderweg naar zijn werk, in het Metrostation van Cairo aangetroffen. Op 2 mei 2011 kwamen nog eens vier bronzen beeldjes terug, twee daarvan zijn echter nooit eerder geïdentificeerd. De terugbezorging van al deze voorwerpen ging steeds gepaard met een uitbundige persconferentie die door Dr. Zahi Hawass werd geleid vanuit het Egyptisch Museum.
Dit is echter de lijst van objecten die in 2017 nog steeds spoorloos zijn.